Gemeente heeft foutieve informatie verstrekt over draagkracht vloer (week 18)
Na de gunning | meerkosten
Volgens [appellante] heeft [Gemeente A] in de aanbestedingsstukken onjuiste informatie verstrekt als gevolg waarvan haar funderingsontwerp op onjuiste uitgangspunten is gebaseerd. Een deskundige heeft bevestigd dat een normaal oplettende en behoorlijk geïnformeerde inschrijver uit mocht gaan van de door [Gemeente A] verstrekte gegevens en geen nadere vragen heeft hoeven stellen. Het hof stelt dat [Gemeente A] in de tenderfase aan [appellante] foutieve informatie heeft verstrekt en dat [appellante] recht heeft op vergoeding van de kostenverhoging van 1.010.698 euro exclusief btw. (ECLI:NL:GHSHE:2025:114, Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, Datum uitspraak 21 januari 2025, Datum publicatie 22 april 2025)
Feiten en omstandigheden
Volgens [appellante] heeft [Gemeente A] in de aanbestedingsstukken onjuiste informatie verstrekt als gevolg waarvan haar funderingsontwerp op onjuiste uitgangspunten is gebaseerd rond de constructieve draagkracht van de keldervloer (oftewel de dikte en constructieve eigenschappen) en rond de grond (oftewel de samenstelling/compactheid) onder de vloer. Volgens [Gemeente A] is [appellante] als ontwerper en bouwer verantwoordelijk voor onjuiste uitgangspunten in het ontwerp en had [appellante] de aannames die zij heeft gedaan bij het funderingsontwerp rond de constructieve draagkracht van de vloer en van de bodem daaronder niet mogen baseren op de aanbestedingsstukken, althans had [appellante] daarover in de dialoog met [Gemeente A] tenminste vragen moeten stellen of nadere informatie moeten vragen. In het tussenarrest van 24 oktober 2023 heeft het hof [ingenieur A] benoemd als deskundige. Het hof vindt de bevindingen van de deskundige begrijpelijk en overtuigend en neemt het oordeel van de deskundige over. De deskundige heeft bevestigd dat [appellante] er op grond van de door [Gemeente A] verstrekte gegevens vanuit mocht gaan dat de keldervloer onderdeel uitmaakte van de fundering (dat sprake was van een monoliete verbinding), dat als gevolg daarvan krachten ook deels werden afgedragen naar de ondergrond onder de keldervloer, dat [appellante] geen verminderde belasting op de vloer vanwege een afwijkende ondergrond heeft hoeven verwachten en dat [appellante] daarover ook geen nadere vragen heeft hoeven stellen. Het hof zegt o.a.:
Keldervloer onderdeel van motivering
“Het geschil tussen partijen komt er in de kern op neer dat [appellante] stelt dat uit het rapport van [bedrijf A] en tekening 0843 blijkt dat de 40 centimeter dikke keldervloer als onderdeel van de fundering ook afdraagt op de daaronder gelegen grond en dat [Gemeente A] dat betwist. Zoals hiervoor overwogen mocht [appellante] er op basis van het rapport van [bedrijf A] vanuit gaan dat de keldervloer monoliet (als constructief geheel) onderdeel uitmaakt van de fundering en dus van beton is en afdraagt op de ondergrond.”
Geen nadere vragen
“De deskundige heeft bevestigd dat een normaal oplettende en behoorlijk geïnformeerde inschrijver daarvan uit mocht gaan op basis van door [Gemeente A] verstrekte gegevens en geen nadere vragen heeft hoeven stellen. In het definitief rapport heeft de deskundige aan de conclusie dat mocht worden uitgegaan van een afdracht die hoort bij een 40 centimeter dikke keldervloer op de ondergrond die monoliet deel uitmaakt van de fundering bovendien op pagina 9 toegevoegd dat dat [appellante] kon uitgaan van nagenoeg dezelfde afdracht op de grond bij de poeren als bij de vloer.”
Niet alleen eigen ervaring maar ook concrete feiten
“Naar aanleiding van de reacties van partijen heeft de deskundige in zijn definitief bericht aanvullend opgemerkt dat een constructeur zijn/haar advies voor een deel baseert op zijn/haar ervaring, dat hij gedurende 35 jaar nog nooit een constructie met afdracht van de keldervloer op een geroerde laag met asfaltpuin is tegengekomen en dat dit ongebruikelijk is. Dat een constructeur zijn/haar advies voor een deel baseert op zijn/haar eigen ervaring komt het hof begrijpelijk voor. Het hof verwerpt het bezwaar van [Gemeente A] daartegen. Voor zover [Gemeente A] betoogt dat de deskundige zijn oordeel over de relatie van de hoofddraagconstructie tot de ondergrond enkel baseert op zijn eigen persoonlijke ervaring als constructeur, is dat niet juist. De deskundige verwijst in zijn rapport in dit kader onder meer naar de mededeling in het rapport van [bedrijf A] dat niveau -2 direct op de ondergrond afdraagt en dat de keldervloer constructief deel uitmaakt van de fundering. De deskundige baseert zijn oordeel dus niet alleen op zijn ervaring, maar ook op concrete feiten.”
Geen nieuwe deskundige
“Het hof verwerpt het in de memorie na deskundigenbericht gedane verzoek van [Gemeente A] om een nieuwe deskundige te benoemen en gaat voorbij aan de bezwaren van [Gemeente A] tegen het oordeel van de deskundige, waaronder het oordeel dat uit de stukken blijkt dat de poeren monoliet zijn verbonden met de keldervloer.
Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en verklaart voor recht dat [Gemeente A] in de tenderfase aan [appellante] foutieve informatie heeft verstrekt, en dat [Gemeente A] gehouden is de gevolgen van de door haar foutief verstrekte informatie te dragen en dat [appellante] recht heeft op vergoeding van de kostenverhoging van 1.010.698 euro exclusief btw.
(VdLC publishers/consultants BV, 8 mei 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl